Kunstcritici! Práát me er niet van!
"Kunstcritici: Práát mij er niet van! We hebben zeker vijftiendui"
Kunstcritici: Práát mij er niet van! We hebben zeker vijftienduizend kunst behabeschouwers…wáár hebben we het eigenlijk over?
DE FRED VAN DER WAL ONE LINER VAN DE WEEK: IK HEB ALTIJD MIJN EIGEN BAAN GETROKKEN. KUNT U NOG TREK KEN, TREK DAN MEE!
“Kunstcritici: Getverdemme! Práát mij er niet van! We hebben zeker vijftienduizend kunstbeschouwers en dan wil ik het nog niet eens hebben over die tienduizenden kunst historici die de hele dag uit d’r lui zullie d’r neus lopen te vreten, want dat is helemaal tuig om over die fluwele Engelse boy van de VU maar helemaal te zwijgen, want die heb ik nog aan een huis geholpen en zoals onder gereformeerden de normaalste zaak kreeg ik ook in dit geval stank voor dank!
Zo ga ik gaarne rond en doe mijne goede werken voor den ander.
En die beide categorieën van kunsthistorici en kunstbeschouwers hebben zich vierkant van God los gezongen in het kader van hun dienende taak, die zij niet willen of niet kunnen volbrengen.
En dat is?
Het informeren van het lezers- èn kijkers publiek, that's all, folks.
Niet meer en vooral niet minder.
Integriteit speelt geen rol onder de dames en heren kunstkrietietsie. Vriendjespolitiek wel. En dan ben ik als rasartiest gelijk uit geluld, want dan open ik de aanval frontaal met een knallende mawashi geri jodan tegen het hoofd van de opponent als ex- karateka. Vol op het oor natuurlijk met de wreef van de voet, zodat de trommelvliezen van de getroffene naar buiten spatten als paarse kauwgummi ballonnen en de longen er gelijk achter aan, daar zijn die luchtballonnen van het ballon genootschap van dat artistiekerige kunstnijvere uitschot uit Ruigoord maar uit condooms opgeblazen speelgoed ballonnetjes bij.
Die compassie met de artistieke medemens?
Ja hoor! U méént het!
Dat komt door mijn gigantische betrokken heid bij het vak hoor ik rond zoemen .
Ik heb dan ook een warme persoonlijkheid, zeggen ze.
Dat ik nooit ben onderscheiden met een beurs van WVC doet mij niets. Elke handwerkjuffrouw uit Zeist op een flatje kan in haar betonnen zelf moorddoos een uit nodiging op de mat krijgen om op kosten van het ministerie voor Kuttuur schier onbeperk te vakanties door brengen in New York, maar een kunstenaar die er werkelijk toe doet, zoals Fred van der Wal, van huis uit toch al een genie, die ondanks alles heel bescheiden blijft wordt niet beloond omdat in de juries middel maat alleen de middelmaat herkent. Men kiest voor de GGD. Een hoog rolstoel gehalte onder de artiesten. Daar encanail leer ik mij niet mee want ik ga voor goed geklede aantrekkelijke vrouwen op High Heels en niet voor onooglijke monsters. Mag ik misschien?
De grootste gemene deler ken ik niet want dat behoort tot de famielje doorsnee en in die snee heb ik gene interesse. Terwijl ik uiteindelijk toch ontzettend graag voor het Kleinste Gemene Veelvoud ga en niet alleen in rekenkundig opzicht!
Een beurs of een prijsje is dus het pijnlijkste wat er bestaat.
Het persoon gebonden budget? Ruime financiering hoor. Daar kan een hele volks stam in een negerkraal een jaar lang van leven en vrolijk sago stampen. Nee, die mensen hebben het maar makkelijk; altijd zon op hun bolletje, gratis kokosnoten, modderig water vol amoeben uit een wild west drinkplaats drinken, waar de leeuw en het lam terzijde liggen aan grazige weiden in hunne Godsvrucht, maar wel uitkijken dat ze niet met hun blote eeltvoeten op een slang trappen als ze de schuilhut binnen gaan. En verder? Ach, als je sarong en je bananen rokje maar goed zitten komt de ontwikkelingswerker graag nog even langs voor een herders uurtje.
Ik heb altijd mijn eigen baan getrokken en die persoonlijke stellingname heeft mij minstens acht ton gekost aan mis gelopen opdrachten en subsidies omdat ik weiger met de collegaatjes mee te praten als ik het er niet mee eens ben.
Toch ben ik niet helemaal een stalen Jezus van gewapend schok beton zoals die tekeleraar uit Zwiggelte met zijn befbaard. Het is bij elkaar gesprokkeld brandhout waar op ik mijn welgevulde vleespotten kook, net als in Egypte indertijd (zie Exodus) en verder is het anderhalve man en een baarde kop wat de klok slaat en de rest houdt ook niet over in het artistenplantsoen.
Zonder dat zij het zelf weten zijn het alle maal heel zondige, kwaadaardige, bekromp en mensen!
De weg naar de hel, hè!
Mijn kunstenaarschap is bijv. geen vrijblij vende vrijetijdsbesteding op de goed geïso leerde, c.v. verwarmde zolder van een nieuwbouwrijtjes woning in de Vinex. Ik zit ook niet in de wereld van de goed geoutilleer de erotiese massage salons.
Mijn hele artistieke attitude is niet alleen een way of life, maar ook een manier om reacties uit te lokken. Laat ze maar wakker worden die gesubsidieerde collegaatjes. Ingedommelde zuigelingen die zich met hunne tevreden tandeloze zuigmondjes wanen in een wereld van roze baby talk, slechts begrensd door de rand van de wieg en de rammelaar als roeptoeter.
Begrijp het toch in al Uwe eenvoud des verlichte waat'ren. (Powezie).
De artiest die U hier toe spreekt is een gigantische steen des aanstoots en een ieder zal hem moeten heffen, edoch zich er helaas regelmatig zwaar aan vertillen en deerlijk verwonden!
Net goed! Men kent de maat van zichzelve weer eens niet in de artistieke sien. Ik ben een kunstenaar wiens werken nu al de decen nia overleven. Wist U dat al mijn tussen 1968 en 1977 door het Rijk der Nederlanden aangekochte tekeningen, schilderijen en grafiek de erecode BCW (Bijzondere Cultu rele Waarde) dragen?
Ik kreeg van de week nog een brief van de mij zeer toegenegen, succesvolle, aantrekke lijke kunsthandelares Janna van Z., die ik sinds 1969 al ken en mij nu schreef dat mijn beeldend werk internationale allure heeft en zo is het ook, dat heeft zij heel goed en heel scherp gezien!
En of ik daar blij mee ben, want ik heb haar altijd hoog gehouden!
Kom er maar eens om!
Wat zou ik vergramd zijn?
Oj?
Ik sta nog steeds voor de volle 100% achter de standpunten van Dieuwke Bak ker van Galerie Mokum! Ja; er is alle reden voor jaloezie onder de gristelijke kunstenaars van Christian Artists of het griffermeerde Art Revisited! Ze hebben op zijn best een haat liefde verhouding met mij, omdat ik de W.F. Hermans ben van het schilderkunstig realis me.
Weet U wat de fijn gristelijke, gniepige collegaatjes het liefste zouden willen? Rusten in mijn derde oksel, de middel vinger diep tussen mijn glad geschoren, gezalfde, geparfumeerde billen gepriemd als drijf anker, maar die plaats is helaas niet meer vacant: ik heb namelijk meer gegadigden in mijn bal boekje staan en dat heeft niets te maken met een eventuele twijfelachtige serostatus of een seksjuwele afwijking, want ik ben kerngezond en hyperpotent. Zonder aantoonbaar recent gezondheids cer tificaat komt er bij mij uit voor zorg niemand meer in en dan nog eis ik ter preventie een gasmas ker, knie beschermers, latex werkhand schoenen, vlammenwerper, desinfecterende spray, een kunststoffen, knalgele valhelm met brandende mijn werkerskoplamp voor onder de dekens bij het gynaekologies grot on derzoek!
Die ingezonden brieven, die ik tussen 1983 en 2001 schreef?
Vol van wijsheid en genade. Ik ben geen roomsgeel vla flipje. Ook geen Maria alhoewel ik best een paar keiharde hor moontieten cup dubbel D zou willen hebben als het even kon en kasten vol sexy dames lingerie, inclusief regelmatig een grote doorsmeerbeurt . Toch wordt er ondanks alles op de diverse kunstredacties bij het horen van mijn naam nog wel eens van schrik een bureau omver gekieperd, een salvo uit een Ingram machine pistool op een Velux dakraam bij nacht en ontij gelost, door mijzelf een computer uit de muur gerukt en neuriënd door het venster naar buiten geworpen, daarna de bouvier zijn ribben door zijn vacht geschopt en een brandende kolenhaard over het balkon naar beneden gesmeten, want als je in de huidige maat schappij niet duidelijk voor je eigen rechten op komt als metrosexuele man blijf je als niet gesubsidieerd kunstartiest nergens. Ook dit ligt meer in de komische sfeer, dan dat er van directe bedreiging sprake was al moet men het niet al te bont maken want dan wordt het menes en kunnen de graftakken alsmede een stemmig boeket vol van de onberispelijke leliën des velds met een pakkende tekst op witte linten met gulden letters besteld worden. Koffie voor toe met een banketstaaf graag.