“IK BEN GELUKKIG EEN SOMBER OGENDE GETOURMENTEERDE KUNSTENAAR!”

Het aanvankelijk moeizame gesprek met de getourmenteerde kunstenaar is zeer fragmentaries. Moei lijk komt hij als misantroop uit zijn woorden, die hij als het ware zijn strot uit moet wringen. Alleen in zijn werk kan hij leven, beweert hij. Waar hebben wij d at meer gehoord? Hij munt voor namelijk uit in stilzwijgen, hetgeen een geheel nieuwe dimensie aan het genre vraaggesprek geeft, dat om deze reden nogal eenzijdig verloopt. Wel wil hij kwijt dat hij de vorige avond in Les Maquis bij de Haarlemmers Wim en Anneke van G. toch net wat te veel heeft gedronken, maar de saté, de kip en de verdere vlees waren op de barbecue er niet om logen, als wij het uitzicht over de goud kleurige velden van uit de ach tertuin niet vergeten hetgeen ronduit aangenaam was en dat hij als artiest–last but not least- al te on smakelijke confidenties op seksjuweel gebied al weer heeft kun nen onderdrukken, want hij is bepaaldelijk geen sexuel obsedé zoals de bejaarde New Yorkse kunstschilder Sidney Klein, die hem vast en zeker al lang niet meer omhoog kan krijgen en ondanks al zijn fysieke makkes toch uit munt in buiten gewoon vieze praatjes. Neen, aan bekentenisproza van deze aard heeft de befaamde kunstenaar sinds kort geen enkele behoefte meer. Niet dat hij zich schaamt voor zijn jaren aan de kweekschool voor onderwijzers te Bloemendaal, maar veel op geleverd heeft het allemaal niet, behalve een diploma waar hij nooit gebruik van zou maken en drie jaar lang een buitengewoon gepassioneerde, veel eisende, dominante, al te vrijgrage, goed gebek te, gehaaide vriendin, die er geen genoeg van kon krijgen in een duinpannetje naast de uitkijktoren op het Kopje. Alhoewel…toen die augustus avond onder de stralende sterrenhemel van Frankrijk de geheime bezoekjes van een gehuwde collega van de gastheer aan de nachtelijke homoseksjuwe len populatie rond het standbeeld van de grote Hildebrand in de Haarlemmerhout in het gezelschap uitgebreid ter sprake kwamen werd hij in gedachten toch heel even terug gevoerd naar de vroege sixties van het Haarlemse Sodom en Gonorrhoe toen hij nog jong, slank, lenig, bruinverbrand met lang goudblond haar, achterna werd gelopen door onafzienbare colonnes vrijgevochten, uiterst on tuchtige mannen en vrouwen, overborrelend van neuk drang in hunne tegennatuurlijke bronst, die bij het passeren snuivend en gnuivend verhit zijn geur op sno ven. Al hinnekend. Het leek de Alles Kits O.K Corral uit Black Beauty wel. Als paarden de stal ruik en…dan klepperen ze voort met de oogkleppen op tot aan den einder. Het witte flesje Old Spice met rode opdruk deed sowieso wonde ren van boven en van onderen. Body language deed de rest. Fred van der wal was niet sterk, hij rook sterk. Soms wel eens naar Boldoot. En toch liep hij overdag in het volle, ontmaskerende zon licht in het Bloemendaalse bos niet loeiend van geilheid rond in zijn strakke, roze broek hetzij heup wiegend en schuddend met de billen rond in het Kennemer struweel om met klokkende geluiden de overbekende homo roep te kwinkeleren. Waarom niet? Omdat hij dat niet nodig had. Doch Gij ge heel anders, als de duisternis was ingevallen. Hoe hij daar in het half duister na tienen als hij de niets vermoe dende Els had weg gebracht achter op de fiets, toch nog vijfenzeventig kilo schoon aan de haak als ik haar pumps, gelijk een paar wedstrijdkanos aan heur voeten en de loodzware varkenslederen schoudertas plus haar hoornen bril er niet bij op tel, want dat overtreft de honderd kilo met gemak, zwoegend tegen de wind in op het zwart gelakte Fongers rijwiel, met pijn in de ballen, op weg naar het station in Haarlem na een urenlange, uitputtende vrijpartij waar het meisje zo’n behoefte aan had, die middag in een duinpan bij het Kopje of aan de voet van de vuurtoren te Vlieland, eenzaam, maar niet alleen, een uur later, zo tegen elf uur des avonds, ondanks het hetero seksjuwelen treffen van die dag, gelardeerd met een half dozijn orgasmes, ontspannen heupwieg end flanerend op gouden muilen en het hippe overhemd met de kleurige Paisley motieven voor het gemak uitnodigend open tot op de navel. Tast toe. Het snoepje van de week is d’r weer, gonsde het door het bos. Altijd weer even handig zo’n open hemd voor een manlijk ingestelde gespreks partner in het duis ter mits men er geen doekjes om wond, want in oeverloos geluld als intro op wat onver mijdelijk zou volgen had hij zelden zin. En laat hij zich nou als zestiger sinds enkele jaren in deze nieuwe eeuw parfumeren met het dure merk Opium. ‘Een zwaar parfum voor mannen zoals U en ik”, meende de verkoper in Leeuwarden hij en gaf een veel zeggende knipoog. En hem aan raadde een volgende keer een flacon Grey Flannel aan te schaffen bij een bezoek aan Amsterdam, het Sodom en Gonorrhoe van het Noorden. De hem door de Groningse fotograaf R. toegedichte arro gantie en agressiviteit, zo blijkt al na een klein half uurtje, bestaat in het geheel niet. Dat moet een enorme vergissing zijn van deze provinciale zegsman. Kwaadsprekerij van een stel Groningse cultu rele ontbijtkoeken. Hij zegt zelfs een buitengewoon bedeesd man te zijn en dat de vrouw in al heur gestrengheid overheersend de baas in huis is waar hij zich overigens met liefde bij neer legt. Niet dat hij ook maar iets met deze me dedeling bedoelt, maar voor de zekerheid en om duidelijkheid te scheppen. De verhoudingen moeten nu maar eens in alle openheid worden vast ge legd. Slechts een nadrukkelijke vorm van zijn zelfbe wustzijn wil nogal eens een niet al te ruim bemeten Hollands e huiskamer vullen als de fles niet meer gevuld is, ja, dan wil hij nog wel eens lastig en rumoerig worden, veeleisend ook en verandert zijn zoetgevooisd stemgeluid in bars gebas en stamp voeten, maar is dat zijn schuld als hij met zijn kalvinistiese klauwen wild in het rond gaat molen wieken? Welnee! Dat ligt allemaal aan de slijter en aan zijn eigen habit. Over de grote dorst en de bodem loze put. De tandeloze tijd van Sisyfus met het emmertje de berg op en neer. Als dat geen metafoor is voor het kunstenaarschap weet hij het ook niet meer. Dat schiet niet op. There’s a hole in my bucket. Beter dan omgekeerd. En hoe het tij tegen had toen het plestik boterhammenzakje nog niet was uitgevonden, zodat hij die niet om zijn schoen en kon binden als waterkering wanneer er weer eens vuist grote gaten in de zolen zaten, want wie geen cent te makken heeft in het begin van zijn kunstenaarsloopbaan zal zich geen nieuwe zolen onder zijn hoeven aan laten gieten. Wij tasten elkaar in figuurlijk opzicht en heel formeel voorzichtig af en vinden elkaar in onze waardering voor de boekenrubriek van Martin Ros. Mogen wij ook even? En heeft de beminnelijke Marlou Witzel te Haarlem hem niet het web adres van deze boekbespreker attent door gemaild? De kunstschilder blijkt ver der merkwaardig genoeg zeer op vormen gesteld blijkt al spoedig en res pecteert ieders privacy. Tenminste voor drie minuten, langer niet, want alles heeft zijn grenzen. Hetgeen wij al eerder vernamen van de Rotterdamse R. met wie de artiest sinds maanden gebrouilleerd is en waar mee het nooit meer goed zal komen. Zeker weten, want vetes zijn er toevallig niet voor om bij te leggen en meningsverschillen dienen gekoesterd te worden tot de dood er op volgt. Nee, niet met R.’s vrouw Henrët, die onder ons gezegd nog steeds een lekkere kop heeft als zij op meisjesach tige wijze een band in het haar draagt plus een aardig frontbalcon en laatst nog in een groot gezel schap tijdens een lange wandeling bij een brug over een rivier op puur artistieke wijze zich onge geneerd ontkleedde vanwege de soms tropiese temperaturen in de Bour gogne om in opperste vrij making zwierig haar beha met een knal de lucht te gooien en hoe het dure kle dingstuk van het merk Lejaby toen door een mini tornado werd meegevoerd gelijk een duo parachute op de vleuge len van de wind over de brugleuning met een sierlijke pisboog de snelle vliet in plonsde en weg dreef. ‘Daar gaan je centen, gotdome!’ moet zij gezegd hebben met heur handen ineengeslagen. En hoe vele kilometers verder het intieme kledingstuk door Fred van der Wal, die toevallig net in zijn groene, rubberen lies laarzen midden in de stroom stond te vissen op snoekbaars in het canal late raal, aan de glas fiber hengel werd geslagen en na een gevecht van een half uur met het weerbarst ige stukje textiel werd ‘t binnen gehaald, in de vis emmer geworpen en als trofee nu in het atelier van de schilder hangt te dro gen. Nee, deze keer heeft hij het niet zelf aan getrokken. Lingerie van zijn kennissen is terra incognita en als zodanig verboden gebied. We kunnen niet alles hebben. Het bleek zijn maat niet en het kleding stuk was nog klam. Hij gaat nog altijd voor 84 dubbel D cup en knalde laatst nog uit een dure beha van zijn vrouw, die daar niet blij mee was. Dat zal hem geen tweede keer gebeuren! Zulke voorvallen geven toch zo’n hilariteit in huis tijdens de polonaise met gevoels genoten, dat we regelmatig huilend van het lachen in mal kanders armen vallen…om het daarna af te drinken.