In gereformeerde kringen loop je tegen een muur van kauwgummi met plakplaatjes van Abraham Kuyper en Billy Graham aan, daar heb ik mij al sinds 1965 met heel veel succes van gedistantieerd

maart 21, 2018

Allicht moet de artiest van zichzelf denken dat hij een goed en geweldig kunstenaar is; anders moet hij ophouden, dan moet hij maar een frietkraam of een prentbrief-kaartenuitgeverij in een Gronings dorp gaan beginnen of als bordpapieren kroon op je artistieke loopbaan voorzitter worden van de Zeeuwse of Drentse kunstenaarsvereniging, zoals ex-student Teun Nijkramp en gepensioneerde tekenleraar Jan Leunboer. Hoe heet die gereformeerde tekenleraar ook weer? Jan van Leun uit Zwiggelte? Dus dan moet je daar ook nog eens een keer tegen gaan polemiseren, tegen de massieve domheid en voor ingenomenheid van zelfgenoeg-zame, (al of niet ex) -gereformeerde provincialen… In gereformeerde kringen loop je tegen een muur van kauw-gummi met plakplaatjes van Abraham Kuyper en Billy Graham aan, daar heb ik mij al sinds 1963 met heel veel succes van gedistantieerd.

Ja, maar ik denk nu eigenlijk gewoon aan literaire herinneringen of ontmoetingen met internationale grootheden. Je hebt bijvoorbeeld dat boek van…

Ja, natuurlijk, je hebt zo je vrienden en kennissen, enzovoorts. Ik heb daar het dagboek van Frederik van Eeden in de kast staan. Dat heb ik onlangs gelezen. Een heel wonderlijke man. Daar staan een heleboel herinneringen in aan beroemdheden die hij ontmoet heeft in binnen – en buitenland. En ook een biografie van Ian Fleming, de uitvinder van James Bond, die zelf geheim agent was en de ene vrouw na de andere verschalkte. Maar zo’n soort leven heb ik niet, nooit geambieerd ook en dan nog…wat schiet je er allemaal mee op? Je kunt als auteur/beelden kunstenaar je tijd beter gebruiken. Wat de vrouwtjes betreft: Heb je er een gehad, dan heb je ze allemaal gehad, dus dat is voor mij niet interessant, zo’n slijmbeurs op twee achterpoten, vooral als je toch al niet zo in het hetero- annex heumeuseksjuwelen leven interesse hebt…Ik ontmoet hoog uit de een of andere met zich zelf zeer ingenomen, overschatte Hollandse staatskunstenaar die overbetaalde percentage opdrachten vervult omdat hij overal zo zijn vriendjes heeft waar subsidies worden uitgedeeld. Nee, die let wel op zijn woorden, anders kost het hem heel wat centjes. Zo iemand is het bij voorbaat met iedereen eens, die heeft via plastiese chirurgie zich een eeuwige glimlach op zijn gelaat laten aannaaien. Als ik dat serieus moet nemen…de vaderlandse artistieke sien bestaat uit benepen kruideniers en behoedzame adjunkt kommiezen. Ik geil niet op VIPS of graaiers! Nooit gedaan ook. Hollandse kunstenaars zijn de Japanners van Europa, groot in namaak.

Nee, maar over vriendjes gesproken…dat had bijvoorbeeld een man als Vestdijk ook niet, al die ontmoetingen. En toch heeft hij wel eens een aardig boek gemaakt met zijn Gestalten tegenover mij

Ja, maar Vestdijk maakte overal een aardig boek van en of dat nou een goed boek was dat weet ik ook niet, net zo min of die Gestalten tegenover hem misschien wel schijngestalten waren, maar Vestdijk was eigenlijk ook een autistiese man die heel slecht contact met de medemens had en die attitude, dat wordt geïmiteerd door iemand als de autistische auteur Martin Hartkamp.  Identificatie en isolement zijn niet voor niets zijn sleutelbegrippen. Als Hartkamp ergens in geslaagd is…als je bij hem op bezoek kwam in de Lange Leidsedwarsstraat of in zijn dijkhuisje aan de Westhoek dan liep hij ‘s middags om half drie in pyama rond met half open gulp, waarmee ik mijzelf van de weeromstuit niet mee kon identificeren. De buren boden hem aan boodschappen voor hem te doen. Ze dachten dat hij chronies ziek was, omdat hij de hele dag met zijn lul uit de gulp van zijn pyama door het huis scharrelde, dat is in Friesland mogelijk een vlagsignaal aan de buren, net zoals katten geurvlaggen uitzetten om hun gebied te markeren, maar hij was eigenlijk gewoon te beroerd om zich aan te kleden.

Klaarblijkelijk heeft Vestdijk veel letterkundigen gekend

Ja, maar of hij ze goed gekend heeft, dat weet ik niet. En wat schiet je er mee op met veel collegaatjes al of niet te kennen ? Haarlemse of Friese collegaatjes wil ik niet eens kennen, een uitzondering daar gelaten ! In het Noorden des lands is mijn werk altijd geboycot vanaf 1976.

Hij kon er in ieder geval over schrijven

Vestdijk kon overal over schrijven, maar hoe, dat is de vraag…ik vind het allemaal erg achterhaald en totaal oninteressant.

U heeft toch ook nogal wat mensen uit het artistieke veld gekend in Amsterdam…

Allemaal uiterst vermoeiende personen. Ik zou er niet graag over schrijven of ze over huis halen met hun artistieke fratsen. Voor je het weet wordt je minderjarige dochter plotseling erg dik, heeft je vrouw op onverklaarbare wijze een ongeneeslijke geslachtsziek-te opgelopen of blijkt je zoon bekeerd tot het homo dom en loopt plotsklaps moeilijk rond met een uitgescheurd poepertje dat aan het zweren is geslagen en de etter en stront er uit druipen. Ja, dat is andere muziek dan de vliegende slingerschijt uit je stront fabriek de pot in laten lopen. Ik kan trouwens nog steeds kakken zonder bril en ben nog niet van de pot gerukt. Het enige stuk van dien aard dat ik geschreven heb over een collegaatje, is dat artikel over een onbekende Groningse kunstschilder (F. R.) die gehuwd was met een studente van mijn echtgenote, zo kwam ik met hem in contact. Hij had in zijn kelderbox een niet al te proper uitzien-de tweedehands gynaekologiese stoel met stijgbeugels staan waar de verf van af was gebladderd om het verschijnsel van de vrouw nader te bestuderen, beweerde hij. De fenomenologie van de vrouw van Buytendijk wilde hij nog eens over doen, maar dan op zijn manier. Die F. heb ik twee keer op zijn huurflat ontmoet, twee middagen en toen in eens hoorde je niets meer van hem nadat het artikel was gepubliceerd. We zijn nog bij zijn huwelijk aanwezig geweest. Dat was vlug afgelopen en hij ging toen scheiden van zijn vrouw die het met een bekende Groningse bisexueel had aangelegd volgens F. Ze had waarschijnlijk er genoeg van steeds maar met haar achterpoten gespreid voor meneer de artistieke echtgenoot te moeten poseren opdat hij met een zaklamp in haar doos kon zitten loeren. Het tocht ook vreselijk onder die flats, dus ze zal wel regelmatig blaasontsteking hebben opgelopen. Hij zal nu wel eieren voor zijn geld hebben gekozen en keurig tekenleraar geworden zijn aan een Mavo, zoals zoveel van die kulturele kuttenkijkers. Zo eindigen veel provinciale kunstenaars. Voor de klas waar ze tegen wil en dank thuis horen als tekenleraar met een dertiende maand, een gunstige pensioen opbouwen een paar weken vakantie per jaar. Soms ben ik er gewoon jaloers op.

Share this: