MIJN BLEKE, PUKKELIGE, ZWAAR BRILLENDE GEREFORMEERDE MEDE LEERLINGEN EN DE DIRECTIE VAN DE DA COSTAKWEEKSCHOOL IN THE SIXTIES VOORSPELDEN MIJ EEN LEVEN LANG IN DE GOOT, VOL MISLUKKINGEN, VEILE VROUWEN, VENERISCHE ZIEKTEN, DE TAKKE, DE BERIS, DE VLIEGENDE TERING, DWANGMATIG DRUGSGEBRUIK, ALCOHOL VERSLAVING EN STINKENDEN, MUFZURE ZOLDERKAMER ARMOEDE, MAAR IK LACHTE ZE HOMERISCH UIT…& DAN TROKKEN ZIJ BESCHAAMD AF, WANT WAT STOND ZE ANDERS TE DOEN?

juni 8, 2023

HET HOOGSTE IDEAAL VAN EEN SCHOOLMEESTER: EEN TICKET NEMEN NAAR DE COSTA BRAHAVA, DAAR IN DE BRANDENDE ZON IN ZWEMBROEK IN DE ZON GAAN LIGGEN BAKKEN, JE VOL ZUIPEN IN EEN DUITSE BIERKELDER EN DRIE MAALTIJDEN IN HET HOTEL NAAR BINNEN SCHROKKEN, MET DE BUURVROUW IN EEN DRONKEN BUI NAAR BED GAAN, WAAR JE NIET EENS DE NAAM VAN KENT OF DE SEROSTATUS, IS NIETS VOOR MIJ. VAN 2002 – 2018 HAD IK ALS KUISE JONGELING EEN HUIS MET 14 KAMERS IN DE BOURGOGNE EN EEN BUNGALOW IN LIMBURG. IN DE NINETIES HAD IK 5 HUIZEN IN FRIESLAND. MIJN MEDE LEERLINGEN EN DE DIRECTIE VAN DE DA COSTAKWEEKSCHOOL IN THE SIXTIES VOORSPELDEN MIJ EEN LEVEN LANG VOL MISLUKKINGEN EN ARMOEDE, ZE VOELDEN WEL AAN DAT IK SCHIJT AAN ZE HAD & HET VER ZOU BRENGEN , WANT IK WERD MILJONAIR. EX-STUDIEGENOTEN WONEN IN HET GUNSTIGSTE GEVAL IN EEN NIEUWBOUW RIJTJESHUIS IN EEN ARBEIDERSBUURT MET EEN POSTZEGEL GROTE TUIN OF EEN TWEEKAPPER IN EEN KUTDORP EN RIJDEN EEN DERDEHANDS MIDDENKLASSER. IK HEB ALTIJD MEERDERE HUIZEN GEHAD. NU NOG MAAR TWEE VRIJSTAANDE HUIZEN.


Maar vakantie, nee, hou op, daar deed ik nooit aan. Ik zou mij dood vervelen. Vakantie voor de burger-man en – vrouw, in kuddes vertrekken, uren lang stil staan in files op de route soleil met jankende kinderen en weer terug gaan met zijn allen als kuddedieren is niets voor mij . Ik beoefende vier vechtsporten tot mijn 53-e maar weigerde de keuring voor de reserve officiersopleiding als pacifist.
Mijn huis in de Bourgogne was 10 bij 30 meter met een Engelse romantische tuin van een halve hectare. De eerste zomer liep de temperatuur op tot een 40 graden.
Fred van der Wal, auteur, ex-vechtsporter, romanticus en kunstschilder over het staats bestel: ‘Die koning die wij nu hebben en Prins Pils of Willem de Dikke werd genoemd in zijn studententijd. Iemand met karakter zou gezegd hebben: ’Koning worden? Zijn jullie nou helemaal besodommieterd? Ik denk er niet aan! Laat een ander maar aan die poppenkast mee doen!’

Die familie van Oranje zijn de grootste steuntrekkers. Een karakterloos land moet een Jan Klaassen en een Katrijn hebben, daarom heeft ons land, als kleurloze transito natie een koningshuis. Een middeleeuwse instelling. Vanaf mijn 18-e ben ik altijd republikein geweest. Daar maakte ik geen reclame mee op die hervormde kweekschool in Bloemendaal, want dan werd je er gelijk van af gesodommieterd.

Koning Willem met dat rare grote hoofd, die macrocefaal, is het ideaal van belegen onderwijzeressen met een hete broek wie d’r mee doet.
Een paar jaar geleden kreeg ik na 50 jaar een mail van een ex-klasgenote, een ogenschijnlijk vriendelijk MMS meisje uit een parallel klas, die verklaarde dat ze me nog steeds kon uit tekenen, zoals ik vroeger was. Ik stuurde haar een bedankje en schreef dat ik haar beeldhouwwerken aangenaam vond omdat haar werk nog steeds in de traditionele figuratie past. Ik heb niets met abstracte ‘kunstwerken’. Enigszins verbaasd was ik wel dat ze mijn compliment opvatte als een zwaar insult.
Ironie en het kunstenaarsplantsoen passen niet bij elkaar. Iedereen neemt zichzelf bloedje serieus als ze kunstenaar zijn. Okee, je moet je werk serieus nemen, maar vooral niet jezelf. Als je doorgaans zwaar bebaarde kunstenaars hoort praten in een archaische taal vol filosofisch klinkende superlatieven, die voor het normale leven totaal ongeschikt zijn, dat belerende van die van hun geloof af gevallen dominees, dat pedante schoolmeesterstoontje, dat is de alledaagse frustratie van overgesubsidieerde staatskunstenaars, een klasse die normale mensen als minderwaardig beschouwen. Ze permitteren zich dat geouwehoer omdat de gezwollen taal van museum medewerkers cs. niemand interesseert. Hun referaten worden uitgesproken in een dode taal. Een incestueus circuit. Taal heeft vorm, inhoud en stijl, daar gaat het om.

Binnenkort komt mijn nieuwe boek uit ‘Fred van der Wal ‘The black page in Art’. Het is een overzicht van mijn pentekeningen van 1966 – 1976. Ik ben met die uitgave lang bezig geweest. Het is mijn 106-e boek, maar het eerste over mijn eigen kunst. Het betekent geen breuk met mijn vorige boeken. Integendeel zelfs. Ik voel me nu veel beter dan jaren geleden. Ik schreef meer dan 24000 weblogs op WordPress, 1000-en op Punt.nl, 1000-en op Writeshistory 1000-en, 10000-en op Basic Publishing en het Volkskrantweblog tussen 2006 en 2012. Verder zijn er verspreide artikelen van mijn hand. Vanaf 1967 word ik regelmatig uitgenodigd voor internationale exposities die ik allemaal af wijs omdat ik geen deel wil nemen aan het kunstenaarsplantsoen. Tussen 1963 en 2023 vervaardigde ik meer dan 600 schilderijen, tekeningen, gouaches en collages. Ik heb me de pleuris gewerkt in tegenstelling tot mijn overgesubsidi-eerde collegaatjes. Kunstenaars waar ik affiniteit mee heb zijn op één hand te tellen en dan houd ik nog genoeg vingers over om een Havana op te steken, een glas Pomerol aan te vatten en een aangename dame anaal te vingeren. Mijn werken zijn aanwezig in collecties Rijksmuseum, Amsterdam, ICN en Stedelijk Museum Amsterdam, daarbij in veel particuliere nationale en internationale collecties.

Share this: